Uit de letters: B, E, D, R, I, J, F, S, C, O, N, C, E, P, T  kunt u de onderstaande woorden leggen:

15 letterwoorden:

bedrijfsconcept[34]

12 letterwoorden:

conceptbrief[26]

11 letterwoorden:

bedrijfstop[22], postbedrijf[22], eindproject[20]

10 letterwoorden:

cijfercode[26], projectief[21], scriptcode[21], topbedrijf[20], drijfsteen[20], bestrijden[19], biedproces[18], bidprentje[17], fietsronde[17], posterijen[15], opdienster[13]

9 letterwoorden:

objectief[22], confectie[21], crescendo[20], jobcenter[20], prijscode[18], bronstijd[18], besnijder[17], pijnscore[17], oefentijd[17], conceptie[17], bijtreden[17], projectie[17], proeftijd[17], jobdienst[17], eindscore[16], briefpost[16], droefenis[15], broednest[15], jopenbier[14], dierenbos[14], onbereisd[14], opsnijder[14], broeinest[14], eindproef[13], besproeid[13], snoeperij[13], onbespied[12], president[12]

8 letterwoorden:

cijferen[19], objectie[18], concreet[18], cicerone[17], drijfnet[17], injector[17], sterfbed[17], scribent[17], conifeer[16], snijbord[16], specerij[16], discreet[16], benijder[15], berijden[15], ijsberen[15], biosfeer[15], cenobiet[15], dicteren[15], ecotrend[15], doctrine[15], eertijds[15], cisterne[15], strijden[15], beproefd[14], seincode[14], forensde[14], dinertje[14], biedster[14], bindster[14], nesterij[14], roetsjen[14], spertijd[14], berijpen[13], bidsnoer[13], seinbord[13], depotjes[13], rotsbeen[13], pesterij[13], spiertje[13], sprietje[13], tsjirpen[13], profetes[13], sportief[13], oprijden[12], penserij[12], profetie[12], oprijten[12], dienster[12], resident[12], onderste[12], berispen[11], bierpens[11], pioentje[11], bespoten[11], spoedrit[11], opbieden[10], iepenbos[10], spreiden[10], periodes[10], optreden[10], eindstop[10], sprieten[10], posteren[10], proesten[10], sproeten[10], peronist[10], perioden[9], opsieren[9], sproeien[9], ondiepte[9], entropie[9]

7 letterwoorden:

bedrijf[17], ecocide[16], briefje[16], forceps[15], concept[15], frietje[15], bedierf[14], beidjes[14], obsceen[14], ijsbond[14], frisbee[14], briesje[14], ijsbeer[14], fibrose[14], rosbief[14], ijsboer[14], bijtend[14], directe[14], biertje[14], dijbeen[13], bijdoen[13], briefen[13], coderen[13], doceren[13], ijsbeen[13], diocees[13], diocese[13], seconde[13], snijder[13], necrose[13], betijen[13], docente[13], drietje[13], joderen[12], eindjes[12], ijseend[12], bereids[12], bereisd[12], erfenis[12], besnord[12], precies[12], recepis[12], spencer[12], persico[12], ontijde[12], pincode[11], nierbed[11], broedei[11], boender[11], broeden[11], renbode[11], perfide[11], piercen[11], briesen[11], sjirpen[11], neofiet[11], pectine[11], boeiend[10], broeien[10], snoepje[10], deernis[10], doseren[10], esdoren[10], beroeps[10], eboniet[10], tjoepen[10], breipen[9], bospeen[9], snoeier[9], doeniet[9], beenpit[9], eierdop[8], periode[8], spieden[8], episode[8], spoeden[8], spondee[8], spieren[8], spreien[8], poseren[8], snoeper[8], deponie[7], ondiepe[7], roeipen[7], opeisen[7]