Uit de letters: H, E, I, L, B, R, E, N, G, E, N, D  kunt u de onderstaande woorden leggen:

12 letterwoorden:

heilbrengend[23]

11 letterwoorden:

herbelening[21]

10 letterwoorden:

herindelen[17]

9 letterwoorden:

beelderig[17], belediger[17], beledigen[16], ingebeeld[16], belending[16], herleiden[16], bedreigen[15], bedriegen[15], breidelen[15], eindregel[15], herenigen[15], grendelen[15], blinderen[15], inbeelden[14], engelrein[14], inlegeren[14], inregelen[14]

8 letterwoorden:

heilbede[16], leegheid[16], behendig[16], begeleid[15], bedeling[15], hielbeen[15], hengelen[15], beliegen[14], giebelen[14], bengelen[14], belening[14], gebieder[14], geleider[14], gelieerd[14], bergeend[14], belerend[14], brileend[14], gebieden[13], eendelig[13], geleiden[13], bedingen[13], belenden[13], begieren[13], generlei[13], beginner[13], beringen[13], hinderen[13], ringelen[13], eenbenig[12], bediener[12], bereiden[12], elideren[12], liederen[12], riedelen[12], bedienen[11]

7 letterwoorden:

gebrild[15], gebedel[14], beeldig[14], ergheid[14], engheid[13], belegen[13], begeerd[13], gebreid[13], beleerd[13], eregeld[13], geleerd[13], breidel[13], beheren[13], beringd[13], bridgen[13], blender[13], grendel[13], geleide[12], gebeend[12], ingebed[12], bedelen[12], beleden[12], geleden[12], legende[12], ledigen[12], blinden[12], gebeier[12], begeren[12], belener[12], beleren[12], legeren[12], regelen[12], grielen[12], brengen[12], inbreng[12], eenheid[11], benigne[11], belenen[11], engelen[11], eenling[11], engelin[11], lenigen[11], eerbied[11], bereden[11], nierbed[11], dreigen[11], driegen[11], gedrein[11], nederig[11], lederen[11], indeler[11], dringen[11], grinden[11], diegene[10], beneden[10], negende[10], indelen[10], beieren[10], energie[10], enerlei[10], generen[10], negeren[10], regenen[10], greinen[10], grienen[10], negerin[10], inlener[10], eigenen[9], dineren[9], dreinen[9]

6 letterwoorden:

geheel[13], ligbed[13], heibel[13], hengel[13], leghen[13], heling[13], helder[13], gerbil[13], geheid[12], giebel[12], bengel[12], hendel[12], heldin[12], beheer[12], bridge[12], geribd[12], gebied[11], beleed[11], geleed[11], beleid[11], debiel[11], geleid[11], beding[11], blende[11], delgen[11], gelden[11], blinde[11], deling[11], hielen[11], bergen[11], hinder[11], eigeel[10], elegie[10], heiden[10], geilen[10], liegen[10], lengen[10], lening[10], gereed[10], bereid[10], bieder[10], erelid[10], leider[10], riedel[10], engerd[10], gender[10], erheen[10], bendir[10], binder[10], ginder[10], griend[10], degene[9], beiden[9], bieden[9], leiden[9], lieden[9], binden[9], dingen[9], linden[9], bieren[9], breien[9], gieren[9], lieren[9], enigen[8], neigen[8], iedere[8], deerne[8], eender[8], denier[8], dieren[8], einder[8], deinen[7], dienen[7], einden[7], eieren[7]