10 letterwoorden:
afstrijden[20], drijfsteen[20], bijstander[19], bestrijden[19], sardientje[17]
9 letterwoorden:
besnijder[17], bijtreden[17], feestband[17], fietsband[17], afbietsen[16], bardienst[15], sedentair[13]
8 letterwoorden:
rabbijns[17], afbijten[17], drijfnat[17], drijfnet[17], sterfbed[17], afrijden[16], serafijn[16], bijstand[16], fedajien[15], naderbij[15], benijder[15], berijden[15], ijsberen[15], eertijds[15], rijstand[15], strijden[15], afbieden[14], afbreien[14], sabberen[14], aftreden[14], dinertje[14], sedatief[14], biedster[14], bindster[14], afristen[14], afritsen[14], artsenij[14], nesterij[14], eindfase[13], serafine[13], jareneis[13], diabetes[13], arbeiden[12], absentie[12], dienster[12], resident[12], dienares[11], eierdans[11], stearine[11]
7 letterwoorden:
bedrijf[17], briefje[16], drijfas[16], rabbijn[15], nebbisj[15], fransje[15], frietje[15], festijn[15], bijster[15], bedierf[14], brandje[14], bandjir[14], beidjes[14], frisbee[14], briesje[14], ijsbeer[14], bijtend[14], tabberd[14], biertje[14], dijbeen[13], briefen[13], ijsbeen[13], ijsrand[13], snijder[13], betijen[13], drietje[13], driften[13], standje[13], tijdens[13], basterd[13], fietser[13], fratsen[13], entrijs[13], trijsen[13], eindjes[12], ijseend[12], bereids[12], bereisd[12], faseren[12], erfenis[12], debater[12], afteren[12], frieten[12], nefriet[12], bestand[12], ebstand[12], nafeest[12], fansite[12], fietsen[12], seintje[12], bietser[12], barsten[12], bersten[12], brisant[12], britsen[12], bedaren[11], beraden[11], nierbed[11], afeisen[11], baseren[11], briesen[11], diabeet[11], bandiet[11], beitsen[11], bietsen[11], ebenist[11], estrade[11], tirades[11], stander[11], dretsen[11], reidans[10], sardien[10], sardine[10], deernis[10], dateren[10], tinader[10], dertien[10], intrede[10], sedatie[10], retsina[10], stieren[10], trainee[9]
6 letterwoorden:
bederf[13], franje[13], ijsbad[13], ijsbar[13], fijnte[13], banjer[12], banjir[12], brijen[12], dibbes[12], radijs[12], bietje[12], tabijn[12], bijten[12], bintje[12], aftred[12], diftar[12], dabben[11], bijeen[11], ribben[11], rijden[11], snebbe[11], snibbe[11], nijdas[11], afreis[11], fresia[11], rijnse[11], datief[11], natijd[11], eindje[10], arbeid[10], bereid[10], bieder[10], benard[10], braden[10], bendir[10], binder[10], fineer[10], ebitda[10], debiet[10], tajine[10], nietje[10], bariet[10], beiden[9], bieden[9], banier[9], branie[9], bieren[9], breien[9], beenas[9], reseda[9], seider[9], anders[9], danser[9], tirade[9], triade[9], aderen[8], andere[8], narede[8], denier[8], dieren[8], einder[8], arseen[8], seiner[8], sieren[8], sirene[8], tiende[8]