12 letterwoorden:
geroutineerd[21], goedertieren[18], regenperiode[16], renteperiode[15]
11 letterwoorden:
brugperiode[20], ruiterbende[20], gereputeerd[19], terugroepen[18], uitproberen[18], toebereiden[16], torpedering[16]
10 letterwoorden:
eurogebied[19], uitgebeend[19], buitengoed[19], terugronde[19], uitbroeden[18], eretribune[18], ruitenboer[18], regiobreed[17], geborneerd[17], groentebed[17], ondergebit[17], entreedeur[17], eronderuit[17], geitenboer[16], tegenorder[16], groeitrend[16], driepunter[16], ongedierte[15], geporteerd[15], deuropener[15], ondergreep[14], intreerede[14], protegeren[14], beenpoeder[13], bepoederen[13], deporteren[13], torpederen[13], eierpoeder[12]
9 letterwoorden:
brutering[19], bergroute[19], bruingoed[18], onbetuigd[18], burgerpot[18], toebuigen[17], debuteren[17], goudrenet[17], terugdoen[17], uitdrogen[17], betreuren[17], roetbruin[17], routering[17], bedreiger[16], bedrieger[16], betreding[16], opbeuring[16], bedreigen[15], bedriegen[15], bedrogene[15], beroering[15], bedgenote[15], gebeteren[15], begroeten[15], topbridge[15], bedruipen[15], opbeurend[15], groeipunt[15], eenruiter[15], eurorente[15], begroeien[14], digereren[14], redigeren[14], derogeren[14], bierronde[14], biergroep[14], debiteren[14], onderbeet[14], redingote[14], deputeren[14], prudentie[14], uitroeper[14], beroeping[13], diergroep[13], prenterig[13], boterpeer[13], uitroepen[13], diepgroen[12], eindgroep[12], groeperen[12], ertegenop[12], geroepene[11], repeteren[11], reporente[11]
8 letterwoorden:
gebruind[17], boegdeur[17], burgeren[17], ringbout[17], gebeuren[16], regenbui[16], borduren[16], onderrug[16], betuigen[16], breeduit[16], debiteur[16], bouderen[15], gueridon[15], reebruin[15], deugniet[15], erbuiten[15], uitbener[15], urgentie[15], uitboren[15], gebieder[14], bergeend[14], beregoed[14], begroeid[14], breigoed[14], bedrogen[14], bergdorp[14], tegenbod[14], begeerte[14], betering[14], begroten[14], dertiger[14], treebord[14], geneurie[14], purgeren[14], uitreden[14], deuteron[14], onderuit[14], gepeuter[14], peuterig[14], gebieden[13], begieren[13], geborene[13], oerbegin[13], bereider[13], berderen[13], broderie[13], drogeren[13], gebeente[13], begieten[13], gedierte[13], betreden[13], retegoed[13], beroerte[13], roeterig[13], opbeuren[13], pruderie[13], optuigen[13], eredegen[12], bediener[12], bereiden[12], goederen[12], ongerede[12], begrepen[12], opbergen[12], onbegrip[12], eierboer[12], beroeren[12], eetgerei[12], genieter[12], terneder[12], torderen[12], europide[12], onderpui[12], opruiend[12], peuteren[12], pedigree[11], prebende[11], poederig[11], ereronde[11], eroderen[11], beroeper[11], proberen[11], protegee[11], ongerept[11], pretogen[11], gierpont[11], itereren[11], opbieden[10], eenieder[10], iedereen[10], peigeren[10], boeireep[10], beroepen[10], geroepen[10], poenerig[10], opgieten[10], optreden[10], rietpeer[10], porteren[10], eipoeder[9], poederen[9], perioden[9], opereren[9], ondiepte[9], entropie[9], poeieren[8]