11 letterwoorden:
spaartegoed[16]
10 letterwoorden:
draagkoets[18], doodskreet[17], degradatie[16], gistpoeder[15], koetspaard[15], dagperiode[14], optiekoers[14]
9 letterwoorden:
draagstok[17], korstdeeg[17], droogkast[17], draagdoek[16], eksteroog[16], driedaags[15], opgedirkt[15], doodsakte[15], doodsteek[15], aardgeest[15], groeistad[15], radiokast[15], radiotaks[15], deegsoort[15], gestoorde[15], doorsteek[15], aardegoed[14], kiesgroep[14], datagroei[14], derogatie[14], taakgroep[14], podagrist[14], stripgoed[14], stokpaard[14], doorspekt[14], doopkaars[13], spookdier[13], pastadeeg[13], poetsgoed[13], poetsdoek[13], toespraak[13], operatesk[13], pokersite[13], oogstreep[13], groeistop[13], desperado[12], desperaat[12], adsorptie[12], radiopost[12], radiospot[12], draaipoot[11], separatie[11]
8 letterwoorden:
kerstdag[16], dagkoers[15], koersdag[15], gekroesd[15], stakerig[15], groteske[15], koortsig[15], gaasdoek[14], dorpsgek[14], doodkist[14], kadaster[14], dekstier[14], dokteres[14], gestoord[14], droogkap[13], droogpak[13], godsidee[13], eerdaags[13], kiesraad[13], reisgoed[13], spakerig[13], spokerig[13], gradatie[13], tragedie[13], radiotak[13], eierstok[13], koetsier[13], sportdag[13], pagadder[12], pekdraad[12], pikdraad[12], gespierd[12], gespoord[12], doodeter[12], topkader[12], koopstad[12], patserig[12], pesterig[12], prestige[12], sproetig[12], koperets[12], opsteker[12], postgiro[12], koopster[12], opstoker[12], topkoers[12], groeipad[11], poederig[11], doodsaai[11], eierdoos[11], gaaipers[11], soeperig[11], kapoeres[11], oogspier[11], okersoep[11], doopakte[11], adoratie[11], groeitop[11], aderspat[11], spatader[11], pederast[11], spoedrit[11], draaidop[10], dieprood[10], pierdood[10], diaspora[10], rapsodie[10], periodes[10], prosodie[10], apatride[10], pediater[10], predatie[10], potaarde[10], driepoot[10], potdorie[10], deposito[10], parasiet[10], satrapie[10], protease[10], pastorie[10], isotrope[10], operatie[9]
7 letterwoorden:
grasdak[14], trekdag[14], rookgas[13], dakgoot[13], geraakt[13], tragiek[13], keigoed[12], geaderd[12], gekraai[12], dagorde[12], gedeisd[12], gasdood[12], dragees[12], dagreis[12], reisdag[12], eskader[12], kardoes[12], skioord[12], gesprek[12], teerdag[12], tegader[12], dakriet[12], krediet[12], kordaat[12], piekdag[11], pakgoed[11], koopdag[11], gedraai[11], orgeade[11], goeierd[11], gaspook[11], gespook[11], daderes[11], aasgier[11], dodaars[11], graspad[11], persdag[11], skidorp[11], erotiek[11], dodekop[10], gepaard[10], aardpek[10], podagra[10], pikorde[10], doodaas[10], spoedig[10], pisdoek[10], kapdoos[10], aasdier[10], sieraad[10], asperge[10], paarsig[10], speaker[10], spieker[10], giropas[10], taaierd[10], daartoe[10], siepoog[9], oersaai[9], pardoes[9], rapsode[9], parodie[8], eierdop[8], periode[8], episode[8], oersoep[8], adoptie[8]