11 letterwoorden:
gerechtsdag[26], genadeschot[23], regentschap[22], schoepenrad[20]
10 letterwoorden:
rechtsgang[24], rechtsgoed[23], congresdag[21], goedachten[21], goedenacht[21], grondpacht[21], pachtgrond[21], roetschade[21], shopgedrag[19], procesgang[19], onderpacht[19], onscherpte[19], geestgrond[18], pestgedrag[17], gepantserd[15], dorpsagent[15], goedpraten[14], groentesap[14]
9 letterwoorden:
geschater[21], schartong[21], tongschar[21], nachtgoed[20], ongedacht[20], nagerecht[20], eendracht[19], schateren[19], geschapen[18], pandrecht[18], pachteres[18], procesdag[17], opscheren[17], gestrengd[17], hanggroep[16], hardsteen[16], steenhard[16], handgreep[15], grasetend[15], opdreggen[14], pathogeen[14], toedragen[14], dansgroep[13], persagent[13], stopgaren[13], personage[12], stoeprand[12], adopteren[11]
8 letterwoorden:
gedrocht[20], decharge[19], schragen[19], gedachte[19], schender[18], schroden[18], ongeacht[18], geschept[18], rechtens[18], schorten[18], schroten[18], schoener[17], scheprad[17], achteren[17], erachten[17], coherent[17], opdracht[17], escargot[17], scherpte[17], schrapen[16], scherpen[16], onscherp[16], achterop[16], pretecho[16], schepnet[16], gastheer[16], gehorend[15], chaperon[15], pocheren[15], schoepen[15], grashoen[15], ecotrend[15], grondgat[15], gangster[15], gestreng[15], hoedster[15], gedragen[14], regendag[14], regengod[14], godganse[14], adherent[14], caroteen[14], tegengas[14], etsgrond[14], rapscene[13], handpers[13], dagrente[13], rentedag[13], capteren[13], pacteren[13], gegroept[13], gasteren[13], gesnater[13], sergeant[13], starogen[13], sportdag[13], prothese[13], pedagoge[12], handpeer[12], groepage[12], herdopen[12], ondertas[12], onderste[12], opdragen[11], peengras[11], sapgroen[11], ongerept[11], pretogen[11], ongepast[11], pederast[11], optreden[10], deposant[10], protease[10], apenrots[10], patrones[10], posteren[10], proesten[10], sproeten[10]
7 letterwoorden:
schegge[19], chargen[17], scharde[17], schrede[17], schreed[17], gentech[17], pechdag[16], schaden[16], schande[16], crashen[16], scharen[16], scheren[16], schoren[16], ochtend[16], hectare[16], trachee[16], egghead[15], corsage[15], congres[15], schaper[15], scheper[15], prachen[14], schepen[14], pachten[14], patchen[14], gedrang[13], dreggen[13], coderen[13], doceren[13], gegrond[13], seconde[13], godgans[13], narcose[13], necrose[13], rashond[13], docente[13], gedogen[12], herdoen[12], dragees[12], spencer[12], toegang[12], getogen[12], teerdag[12], tegader[12], geraden[11], orgeade[11], asregen[11], reagens[11], persdag[11], datgene[11], epacten[11], haperen[10], harpoen[10], doseren[10], esdoren[10], asperge[10], gesnerp[10], rapsong[10], hoepnet[10], opdagen[9], groepen[9], pardoes[9], rapsode[9], tegenop[9], operand[8], pandoer[8], pardoen[8], spoeden[8], spondee[8], poseren[8], snoeper[8]