11 letterwoorden:
springkever[20], verspreking[20], vingergreep[19], verkopering[19], kiesgroepen[16]
10 letterwoorden:
vroegpreek[18], kringgroep[17], grensregio[17], vergroeien[17], overreiken[17], springveer[17], verspreken[17], viersprong[17], regisseren[16], grossieren[16], verkoperen[16], regiegroep[15], groepering[15], geniekorps[15], groepsreis[15], progressie[15]
9 letterwoorden:
verkregen[18], verkering[18], krengerig[17], veekering[17], vergissen[17], snorkerig[16], seksorgie[16], verkoping[16], verreiken[16], seingever[16], overigens[16], snoeverig[16], koereiger[15], groeikern[15], regressie[15], grosseren[15], veengroei[15], reviseren[15], versieren[15], oerversie[15], vissenkop[15], kerngroep[14], pronkerig[14], kiesgroep[14], soeverein[14], perversie[14], inspreker[13], reisgroep[13], provenier[13], groeperen[12], snoeperig[12], repressie[12], presseren[12], responsie[11], snoepreis[11]
8 letterwoorden:
verkreeg[17], kersvers[17], keervers[16], rekgrens[15], veerring[15], verering[15], verkeren[15], vroegere[15], verkoren[15], verroken[15], roervink[15], geringer[14], regering[14], keerring[14], sierkers[14], grossier[14], gerieven[14], gevieren[14], ongeveer[14], verkoper[14], viskoper[14], serveren[14], verseren[14], vissnoer[14], energiek[13], generiek[13], gerenoek[13], prekerig[13], gespring[13], spokerig[13], ergernis[13], riskeren[13], veekoper[13], verkopen[13], revieren[13], vereisen[13], gepieker[12], kerosine[12], sperring[12], springer[12], pressing[12], opvissen[12], nekspier[11], soeperig[11], eisprong[11], persreis[11], peigeren[10], kieperen[10], piekeren[10], geroepen[10], poenerig[10], kniepees[10], pekinees[10], sproeier[10], response[10], opereren[9], opsieren[9], sproeien[9], poeieren[8]
7 letterwoorden:
kerving[15], krengig[14], gegeven[14], voeging[14], rokerig[13], knorrig[13], gerieve[13], grieven[13], vigeren[13], keveren[13], overige[13], groeven[13], voering[13], gereken[12], groenig[12], gesprek[12], snorker[12], grissen[12], krissen[12], rossing[12], opgever[12], eenogig[11], geknoei[11], gepreek[11], gepronk[11], eierrek[11], ergeren[11], regeren[11], gireren[11], griener[11], groeier[11], koerier[11], roering[11], rokeren[11], koersen[11], spreker[11], genesis[11], opgeven[11], opvegen[11], overeen[11], energie[10], erogeen[10], groeien[10], knoeier[10], renperk[10], porring[10], pronker[10], onkiese[10], spieker[10], gesnerp[10], persing[10], spreken[10], spinrok[10], sponsig[10], eiseres[10], ingreep[9], keperen[9], pikeren[9], groepen[9], roeping[9], koperen[9], perkoen[9], pokeren[9], inkoper[9], gepeins[9], spieken[9], snoepig[9], snoeier[9], reprise[9], sperren[9], priores[9], pressie[9], presens[9], pressen[9], prinses[9], respons[9], roerpen[8], spieren[8], spreien[8], poseren[8], snoeper[8], spiesen[8], roeipen[7], opeisen[7]