12 letterwoorden:
progestageen[18], stageperiode[17]
11 letterwoorden:
gesoigneerd[18], gesatineerd[17]
10 letterwoorden:
geestgrond[18], geagiteerd[17], ongestadig[17], segregatie[17], pestgedrag[17], dierensage[15], ongedierte[15], reisgenote[15], gepantserd[15], gistpoeder[15], dorpsagent[15], dopingarts[15], goedpraten[14], tegenspoed[14], tanderosie[14], poetsgerei[14], groentesap[14], pederastie[13], eindstreep[13], presidente[13], opdienster[13], dierenepos[12], niespoeder[12], pedanterie[12], tandpoeier[12]
9 letterwoorden:
gestrengd[17], eetgedrag[16], gastregie[16], stagering[16], ongeestig[15], grasetend[15], detergens[15], groeistad[15], opdreggen[14], andesgier[14], derogatie[14], toedragen[14], dragoniet[14], redingote[14], steengoed[14], disgenote[14], reisagent[14], steigeren[14], groetenis[14], ingeroest[14], reisgenot[14], podagrist[14], stripgoed[14], pedagogie[13], eenaderig[13], eigenares[13], geposeerd[13], dansgroep[13], generatie[13], iatrogeen[13], opstandig[13], artseneed[13], sedentair[13], eredienst[13], residente[13], persagent[13], serpentig[13], stopgaren[13], diepgroen[12], eindgroep[12], personage[12], snoeperig[12], geitenpad[12], redenatie[12], ertegenop[12], president[12], adsorptie[12], stoeprand[12], adopteren[11], soepdieet[11], presentia[11], presentie[11], raspoetin[11]
8 letterwoorden:
grindgat[15], grondgat[15], gestadig[15], gistdeeg[15], gangster[15], gestreng[15], gedragen[14], regendag[14], regiodag[14], regengod[14], godganse[14], tegengas[14], goesting[14], ongegist[14], etsgrond[14], designer[13], reisgoed[13], dosering[13], gespring[13], tragedie[13], gedierte[13], dagrente[13], rentedag[13], datering[13], getraind[13], retegoed[13], gegroept[13], eregaste[13], gasteren[13], gesnater[13], sergeant[13], regentes[13], rietgans[13], gisteren[13], nesterig[13], starogen[13], orangist[13], organist[13], sportdag[13], diepgang[12], pedagoge[12], goederen[12], ongerede[12], organdie[12], groepage[12], arpeggio[12], geodesie[12], diagnose[12], gespierd[12], teenager[12], agiteren[12], genieter[12], eigenste[12], tegeneis[12], desertie[12], dienster[12], resident[12], ondertas[12], onderste[12], patserig[12], pesterig[12], prestige[12], pedigree[11], groeipad[11], poederig[11], opdragen[11], agenesie[11], gespeend[11], serenade[11], dienares[11], eierdans[11], peengras[11], soeperig[11], sapgroen[11], eisprong[11], radionet[11], protegee[11], ongerept[11], pretogen[11], gierpont[11], ongepast[11], stearine[11], esoterie[11], pederast[11], spoedrit[11], eenparig[10], peigeren[10], geroepen[10], poenerig[10], spionage[10], driespan[10], spreiden[10], rapsodie[10], periodes[10], opgieten[10], pediater[10], predatie[10], eindtrap[10], treinpad[10], optreden[10], deposant[10], eindstop[10], sprieten[10], protease[10], pastorie[10], eipoeder[9], poederen[9], perioden[9], opsieren[9], sproeien[9], antipode[9], ondiepte[9], epateren[9], operatie[9], atropine[9], entropie[9], poeieren[8]