11 letterwoorden:
strosnijder[20], responstijd[18], spitsroeden[15]
10 letterwoorden:
toesnijden[16], pierrotjes[16], posterijen[15], indosseren[14], openrijten[14], drietonner[14], spionnetje[14], persdienst[14], spitsroede[14], opdienster[13], respondent[13], riposteren[13], disponeren[12], tienponder[12], openritsen[12]
9 letterwoorden:
strijders[18], strijdros[18], rijnsteen[15], stroperij[15], pissertje[15], rijstsoep[15], opsnijder[14], dissenter[14], opsnijden[13], snoeperij[13], spinnetje[13], storneren[13], tennisser[13], ordineren[12], dispenser[12], toenijpen[12], nietsdoen[12], inroesten[12], ontsieren[12], seintoren[12], president[12], resorptie[12], snoepster[12], prednison[11], responsie[11], snoepreis[11], toprenner[11], spioneren[10], pointeren[10]
8 letterwoorden:
rijdster[16], strijder[16], eertijds[15], strijden[15], dinertje[14], nesterij[14], roetsjen[14], spertijd[14], rijsport[14], ijssport[14], sinjoren[13], ereprijs[13], perserij[13], renprijs[13], snijpers[13], dressoir[13], depotjes[13], pesterij[13], spiertje[13], sprietje[13], tsjirpen[13], toespijs[13], oprijden[12], penserij[12], rondreis[12], oprijten[12], torderen[12], dienster[12], resident[12], onderste[12], retorsie[12], roeister[12], restoren[12], sorteren[12], stropers[12], sonderen[11], persreis[11], pioentje[11], intreden[11], nitreren[11], ondienst[11], sinteren[11], netsnoer[11], spoedrit[11], priester[11], sprinter[11], rensport[11], spinster[11], spritsen[11], spreiden[10], periodes[10], sproeier[10], opdissen[10], response[10], optreden[10], porteren[10], soenniet[10], eindstop[10], sprieten[10], sprinten[10], posteren[10], proesten[10], sproeten[10], peronist[10], spietsen[10], seinpost[10], stopsein[10], perioden[9], inpersen[9], opsieren[9], sproeien[9], ondiepte[9], entropie[9], opdienen[8], inroepen[8], pensioen[8]
7 letterwoorden:
sjorder[14], rederij[13], snijder[13], sjorren[13], drietje[13], oertijd[13], joderen[12], eindjes[12], ijseend[12], snijden[12], ontijde[12], sjirpen[11], snorder[11], dossier[11], drossen[11], nijpend[10], rendier[10], eronder[10], roderen[10], roerend[10], snoepje[10], deernis[10], doseren[10], esdoren[10], snorren[10], tjoepen[10], dertien[10], intrede[10], dineren[9], dreinen[9], doneren[9], onderen[9], ordenen[9], onderin[9], snieren[9], snoeier[9], snoeren[9], reprise[9], sperren[9], priores[9], pressie[9], presens[9], pressen[9], prinses[9], respons[9], tienden[9], doeniet[9], interen[9], interne[9], treinen[9], eierdop[8], periode[8], roerpen[8], snoeien[8], spieden[8], episode[8], spoeden[8], spondee[8], sponden[8], spieren[8], spreien[8], snerpen[8], spinner[8], poseren[8], snoeper[8], spiesen[8], sponsen[8], deponie[7], ondiepe[7], indopen[7], roeipen[7], poneren[7], opeisen[7], snoepen[7], pension[7], spionne[7]