10 letterwoorden:
glorietijd[20], tijdgenote[18], tienertijd[17], toeleiding[16], dieptelijn[16], toegrijpen[16], toetreding[16], ondertitel[16], dorpelinge[15], topleiding[15], drietonige[15]
9 letterwoorden:
gijlieden[17], regentijd[17], groeitijd[17], groentijd[17], lentetijd[17], grietenij[16], ontregeld[16], teelgrond[16], pletterij[16], gondelier[15], tiendelig[15], toedeling[15], origineel[14], opgelierd[14], groeipijn[14], dorpeling[14], dirigente[14], redingote[14], dopelinge[13], opleiding[13], oplettend[13], onprettig[13], diepgroen[12], eindgroep[12], pitrieten[11]
8 letterwoorden:
orgeltje[17], leertijd[16], teeltijd[16], ontijdig[15], gieterij[15], greintje[15], ringetje[15], tijgeren[15], tijgerin[15], groentje[15], rijgenot[15], triljoen[15], getiteld[15], tegentij[15], tongetje[15], drieling[14], gordelen[14], doelrijp[14], diligent[14], ongeteld[14], dinertje[14], teerling[14], trilogie[14], pelterij[14], lopertje[14], getintel[14], tintelig[14], torentje[14], eideling[13], gloeiend[13], ongeleid[13], lingerie[13], pijniger[13], roepgeld[13], pontgeld[13], dirigent[13], ontleerd[13], ordelint[13], legprent[13], legertop[13], ploertig[13], tortelen[13], diplegie[12], opgeleid[12], ongepeld[12], dopeling[12], opdeling[12], inleider[12], oprijden[12], poteling[12], oprijten[12], lintdorp[12], dotteren[12], opgeilen[11], poederig[11], opleider[11], onderlip[11], dieetpil[11], pioentje[11], pieterig[11], ongerept[11], pretogen[11], gierpont[11], portelen[11], opletten[11], opleiden[10], poeierig[10], poenerig[10], peignoir[10], polieren[10], opgieten[10], dioptrie[10], optreden[10], entrepot[10], perioden[9], ondiepte[9], entropie[9], potentie[9]
7 letterwoorden:
glijder[16], legtijd[16], gelijnd[15], glijden[15], gejodel[15], ijlgoed[15], tjingel[15], gordijn[14], getijde[14], tijding[14], getjilp[14], gedijen[13], jodelen[13], negerij[13], grendel[13], deegrol[13], jongere[13], negorij[13], grondel[13], geintje[13], drietje[13], ledigen[12], leiding[12], geolied[12], onledig[12], gepijnd[12], religie[12], grielen[12], joderen[12], logeren[12], orgelen[12], grijpen[12], rijgpen[12], rijping[12], netelig[12], ontijde[12], tipgeld[12], tjilpen[12], tiplijn[12], geldpot[12], potgeld[12], toplijn[12], gloeien[11], legioen[11], dreigen[11], driegen[11], gedrein[11], nederig[11], indeler[11], goeierd[11], nodiger[11], doleren[11], rodelen[11], rondeel[11], ploeger[11], loperig[11], doelnet[11], peeling[10], peiling[10], ploegen[10], groeien[10], origine[10], prondel[10], negotie[10], tjoepen[10], dieping[9], opdelen[9], ingreep[9], pleiner[9], pelorie[9], poelier[9], groepen[9], roeping[9], doeniet[9], pleiten[9], oliepit[9], politie[9], tegenop[9], ontliep[9], eierdop[8], periode[8], deponie[7], ondiepe[7], roeipen[7], pionier[7]