12 letterwoorden:
schaakspeler[25], schaakspelen[24], schaapsleren[23]
11 letterwoorden:
scharlakens[25], kaalscheren[24], schaapsleer[22]
10 letterwoorden:
scharlaken[23], schaakspel[22], raceklasse[21], schraapsel[21], rekenschap[20], schapenras[19]
9 letterwoorden:
schaakles[22], schakelen[21], schakeren[20], schrapsel[20], schrapnel[19], sleephaak[16], scalperen[16], klasseren[16], krasselen[16], speerhaak[15], paasreces[15], spraakles[15], sparkelen[14], eensklaps[14], lessenaar[14], sleepkaan[13], kersensap[13], lenerspas[13]
8 letterwoorden:
schalken[20], schenkel[20], schenker[19], schralen[19], seelachs[19], schrepel[18], schepsel[18], cleaners[16], schrapen[16], scherpen[16], racespel[15], casseren[15], placeren[14], shrapnel[14], haspelen[13], pancreas[13], rapscene[13], sprenkel[13], kansspel[13], sleepaak[12], kapselen[12], kaaspers[12], snelpers[12], peenhaar[11], aalspeer[11], laserpen[11], passeren[10]
7 letterwoorden:
schalks[20], schakel[19], schaker[18], schraal[18], schrank[18], schaken[17], schalen[17], schelen[17], schaars[17], celkern[16], schepel[16], harslak[16], harksel[16], crashen[16], scharen[16], scheren[16], cenakel[15], sleehak[15], schraap[15], schaper[15], scheper[15], schnaps[15], cleaner[14], relance[14], prachen[14], schepen[14], hekpaal[13], panache[13], nekhaar[13], elkaars[13], klassen[13], hersens[13], pancake[12], rakelen[12], sprakel[12], kerspel[12], spencer[12], krassen[12], haakpen[11], ereplak[11], spanlak[11], lenskap[11], spalken[11], sneaker[11], laseren[11], plasser[11], raspsel[11], slapers[11], panacee[10], haperen[10], speaker[10], spreken[10], plassen[10], paarlen[9], paleren[9], parelen[9], nasleep[9], presens[9], pressen[9]
6 letterwoorden:
schalk[18], kachel[17], chakra[16], hacker[16], lacher[16], rachel[16], schaak[16], schaal[16], scheel[16], schele[16], schenk[16], hacken[15], lachen[15], schelp[15], schaar[15], schare[15], scheer[15], haksel[14], cashen[14], scheen[14], schrap[14], scherp[14], schaap[13], speech[13], shaker[13], apache[12], healer[12], harken[12], helaas[12], shaken[12], heksen[12], caesar[12], elkaar[11], kareel[11], klaren[11], kralen[11], kelner[11], kleren[11], helper[11], seance[11], kansel[11], lakens[11], slaken[11], haspel[11], harnas[11], harsen[11], kaneel[10], helpen[10], escape[10], laskap[10], kapsel[10], relaas[10], kersen[10], ransel[10], sherpa[10], herpes[10], harpen[9], leasen[9], sealen[9], spraak[9], sprake[9], spreke[9], relaps[9], slaper[9], pelser[9], sleper[9], speler[9], perken[8], preken[8], pralen[8], spaken[8], speken[8], naspel[8], slapen[8], pelsen[8], slepen[8], spelen[8], spleen[8], arseen[8], penaal[7], paneel[7], parnas[7], parsen[7]