12 letterwoorden:
garneerspuit[20], gitaarspeler[19]
11 letterwoorden:
natuurparel[21], natuurserie[21], urinestraal[20], uitgeslapen[19], steunpilaar[18], steigerpaal[17], pleisteraar[16], parasiteren[14]
10 letterwoorden:
regulateur[23], natuurgras[22], inaugureel[21], terugslaan[20], uitslurpen[20], ringelrups[19], granulatie[19], gelatineus[19], luisteraar[19], paginatuur[19], urinestaal[18], slingeraar[17], graanteler[17], alertering[17], relatering[17], aanlegster[17], aartsengel[17], generalist[17], parelgerst[17], preutelaar[17], tuinslaper[17], stipuleren[17], galanterie[16], gitaarspel[16], plaatgrens[16], langspriet[16], sparteling[16], slenteraar[16], slingeraap[15], gasplaneet[15], serreplant[15], aalstrepen[14], plaasteren[14], raapstelen[14], slaaptrein[14], spaarrente[13]
9 letterwoorden:
garnituur[20], tureluren[20], eresaluut[20], signatuur[20], springuur[19], prelatuur[19], regulatie[18], terugreis[18], uitspugen[18], stuurreep[18], legerarts[17], leugenaar[17], neuralgie[17], supergeil[17], leuteraar[17], reutelaar[17], speeltuig[17], luisteren[17], prutserig[17], treurspel[17], superieur[17], usurperen[17], usurpatie[17], gitaarles[16], legataris[16], taalgrens[16], lastering[16], slenterig[16], laurieren[16], integraal[15], leegstaan[15], steenlaag[15], gespartel[15], grasplant[15], springlat[15], ritselaar[15], rastering[15], tegenpaus[15], steunpaal[15], uitslapen[15], speeltuin[15], uitslepen[15], uitspelen[15], estuarien[15], spierlaag[14], spreilaag[14], grenspaal[14], plasregen[14], regenplas[14], springaal[14], grasplein[14], taaleigen[14], stageplan[14], paslengte[14], plaatsing[14], tangaslip[14], stapeling[14], reisagent[14], streperig[14], peuteraar[14], uitsparen[14], uitpersen[14], pingelaar[13], prenterig[13], tripleren[13], aalstreep[13], ereplaats[13], raapsteel[13], persagent[13], serpentig[13], spartelen[13], sierplant[13], paragneis[12], planetair[12], paginaset[12], aspireren[11], persianer[11], reparatie[11], separatie[11], aspirante[11], presentia[11], apaiseren[10]
8 letterwoorden:
ertslaag[15], geritsel[15], straling[15], streling[15], regelaar[14], geselaar[14], neerslag[14], aterling[14], triangel[14], teerling[14], galsteen[14], gelasten[14], lengteas[14], ingelast[14], leistang[14], generaal[13], pralerig[13], slaperig[13], negerras[13], ergernis[13], genitaal[13], eentalig[13], gelatine[13], legprent[13], geriater[13], realiter[13], retailer[13], stelping[13], taalreis[13], gasteren[13], gesnater[13], sergeant[13], naarstig[13], rietgans[13], gisteren[13], nesterig[13], lasteren[13], ritselen[13], slierten[13], stileren[13], asperger[12], rasperig[12], sparring[12], sperring[12], springer[12], plantage[12], renegaat[12], garantie[12], agiteren[12], trapleer[12], analiste[12], eigenaar[11], perelaar[11], repelaar[11], gaaipers[11], aalspeer[11], peengras[11], laserpen[11], reisplan[11], spiralen[11], pilsener[11], partieel[11], plateren[11], paganist[11], plaatsen[11], stapelen[11], steelpan[11], naaister[11], stearine[11], eenparig[10], seinpaal[10]