12 letterwoorden:
sodomieterij[21], omroepdienst[17]
11 letterwoorden:
tijdopnemer[18], determinist[18], moderniteit[17], postmoderne[16], doorspitten[15]
10 letterwoorden:
tijdstroom[20], strooimijn[18], toesmijten[18], tienertijd[17], sodomieter[16], soortement[16], toestormen[16], toestromen[16], stoomtrein[16], nettoprijs[16], spotternij[16], mosterdpot[16], ijsperiode[15], posterijen[15], persoontje[15], postmodern[15], enormiteit[15], toondemper[14], sonoriteit[14], stedentrip[14], opdienster[13], impotentie[13], porositeit[13]
9 letterwoorden:
tijdmeter[18], tornmesje[17], modeprijs[16], stroompje[16], etenstijd[16], steentijd[16], stoeterij[16], treinsmid[15], stoeierij[15], omstreden[15], stemronde[15], modernist[15], spoortijd[15], detriment[15], totemdier[15], tenorstem[15], sortiment[15], netstroom[15], stroomnet[15], eindprijs[14], opsnijder[14], doormeten[14], isometrie[14], modinette[14], spotmeter[14], epidermis[13], snoeperij[13], modeprent[13], doopmeter[13], steenrood[13], potremise[13], reistempo[13], opstormen[13], opstromen[13], densiteit[13], eindtoets[13], omspitten[13], sotternie[13], torpedist[13], peronisme[12], oosteinde[12], nepotisme[12], president[12], postronde[12], dienstpet[12], posttrein[12], stoptrein[12], rodopsine[11], depositie[11], pornosite[11], pitrieten[11], toproeien[10]
8 letterwoorden:
smederij[16], normtijd[16], mesterij[16], ertsmijn[16], stomerij[16], meettijd[16], eindrijm[15], omrijden[15], mijteren[15], mijnsite[15], eertijds[15], reistijd[15], tijdreis[15], strijden[15], eiermijn[14], ijspriem[14], dinertje[14], rooitijd[14], tijdsein[14], nesterij[14], roetsjen[14], spertijd[14], torentje[14], ontstemd[14], tijdstip[14], jodenmop[13], ondersim[13], dijspier[13], proosdij[13], eindterm[13], domtoren[13], sjiieten[13], sediment[13], mitsdien[13], depotjes[13], striemen[13], minister[13], timorees[13], toerisme[13], instroom[13], pesterij[13], spiertje[13], sprietje[13], tsjirpen[13], spoortje[13], metronet[13], omstoten[13], meidoren[12], meidoorn[12], oprijden[12], dimensie[12], dominees[12], penserij[12], modepers[12], prinsdom[12], imiteren[12], minoriet[12], oprijten[12], dienster[12], resident[12], onderste[12], empirist[12], roepstem[12], smeerpot[12], tropisme[12], mensport[12], dotteren[12], potmeter[12], dentiste[12], eindtest[12], optimist[12], eierdoos[11], doorsnee[11], opsmeren[11], pioentje[11], dooreten[11], operment[11], promotie[11], promoten[11], opstomen[11], insertie[11], oosteren[11], strooien[11], spoedrit[11], impotent[11], opdoemen[10], eidooier[10], omroepen[10], seniorie[10], spreiden[10], periodes[10], prosodie[10], toponiem[10], dioptrie[10], optreden[10], driepoot[10], potdorie[10], eindstop[10], deposito[10], sprieten[10], posteren[10], proesten[10], sproeten[10], peronist[10], isotrope[10], proosten[10], spoornet[10], positron[10], entrepot[10], oprotten[10], perioden[9], opsieren[9], sproeien[9], ondiepte[9], entropie[9], potentie[9], oproeien[8]